donderdag 12 november 2015

... heb ik wat geleerd.

Het is een warme dag in november en ik loop op een fietspad ergens in Nederland. Het fietspad komt uit op een conferentiecentrum waar ik eerder ben geweest. Het complex ligt er een beetje verloren bij, vlakbij de snelweg, zonder zichtbare buren. Ik herken de parkeerplaatsen aan weerszijden, de slingerende paden naar de bijgebouwen, de balie met pepermuntjes en de lage kast met boeken van Eric of René Gude. De ontvangsthal is groot en leeg. Onze bescheiden cursuszaal kijkt uit op een grotere. Op de deur ervan staat ‘Bedrijf in moeilijkheden’. De cursisten zijn er aan het juiste adres: er worden sombere blikken uitgewisseld en zo nu en dan slaakt er iemand een hoorbare zucht. De cursusleider beent driftig heen en weer, in een poging er nog wat van te maken.

Ik ben hier voor de cursus ‘Sociaal en actief leren’ volgens Maria Montessori, vertaald door onze cursusleidster. Ook haar herken ik van de vorige keer dat ik hier was. Toen volgde ik de Montessori basiscursus, waar ik vooral leerde dat en hoe ik leerlingen wat meer kon loslaten. Ook schreef ik een ansichtkaart aan mezelf met de boodschap dat ik best trots mocht zijn op mezelf, al was het maar op momenten dat niemand keek. Tegenover ons gaat de deur dicht. De moeilijkheden blijven binnenskamers. Ook onze deur gaat dicht.

De eerste opdracht is om een tekening te maken, zonder te praten. Het levert een vreemde scène op. Samen met twee docenten van andere Montessorischolen hang ik boven een leeg vel. Ik wacht tot er iets gebeurt. Er verschijnt een vis op het blad, daarna lange tijd niets. Ik twijfel of ik iets moet doen. Om de spanning te breken teken ik ook een vis. Het is geen fraai exemplaar, vinden ook mijn teamgenoten, die er volgens mij niet eens een vis in herkennen. Om te voorkomen dat er meer snoeppapiertjes of andere rommel de zee in verdwijnt, tekenen ze het hele blad vol vissen. Daarna verschijnt er aan de linkerkant een mooi koraalrif en aan de rechterkant een imposante haai. Ik voel dat er van mij nog iets verwacht wordt. Ik besluit om onderaan het blad een golf te tekenen, dat kan ik wel. 

Wat zegt deze afbeelding van vissen op het droge over de groepsleden en hun kwaliteiten? Daar hebben we het een tijdje over. Ik denk aan leerlingen die opdrachten meteen naar zich toe trekken en groepsgenoten die dankbaar het tegenovergestelde doen. De planning van groepswerk laat zich meestal raden: ik doe de inleiding, jij deelvraag 1, jij 2, enzovoorts. Het ingeleverde werk is doorgaans te verdelen in drie of vier sterk van elkaar verschillende delen; het cijfer is dan in feite niets meer dan het gemiddelde van drie à vier afzonderlijke beoordelingen.

Aan het einde van de tweedaagse cursus stellen we een actieplan op. Ik neem me voor om de tekening uit te proberen in een bovenbouwklas. Aan de hand van de tekening wil ik groepen (laten) maken: wie neemt het initiatief? Wie bedenkt nieuwe ideeen? En wie heeft er een goed overzicht? Ik ben benieuwd welke kwaliteiten er bovendrijven. Wie was bijvoorbeeld die leerling die een school vissen tekende, keurig zwemmend ónder een golf? Dat moet een leerling zijn met veel lef, een goed geheugen en bovenal een uitstekende smaak! Die nemen we!

zondag 1 november 2015

... heb ik iets ontdekt.

Er zijn leerlingen die vaak te laat komen. Ze zwaaien te laat de deur open, zetten hun gehijg wat aan en kijken vervolgens berustend toe hoe hun naam genoteerd wordt. Daarna lopen ze naar binnen, de nu al in hun nadeel besliste schooldag tegemoet. Bij het huidige te laat komen zijn smoesjes uit. Verwilderde kapsels en blikken zijn in. Kijk toch eens hoe hard ik geprobeerd heb op tijd te komen, straalt de te laat komende leerling van nu uit. Als (af en toe te laat komende) leerling pakte ik het anders aan: ik gooide het meestal op allerlei pech onderweg, op ongelukken waarbij ik te hulp moest schieten, op stoplichten die het niet deden, op fietsfiles, op plaatselijke gladheid. Bij ons hebben leerlingen die te laat komen nauwelijks nog te maken met onderweg. De meeste laatkomers wonen namelijk vlakbij school. Ze beginnen aan hun ontbijt als ik in het lokaal het licht aan doe en vertrekken als ze in de woonkamer de eerste bel horen gaan. Geen smoesje houdt nog stand als je wekker gaat op het moment dat klasgenoten hun eerste kruispunt oversteken. En die klasgenoten vertrekken netjes op tijd, omdat er onderweg van alles kan gebeuren, zoals een plaatselijke sneeuwbui, een defect stoplicht of een fietsfile.