zondag 31 augustus 2014

... mag ik weer de roltrap op.

In de zomer van 2000 klonk uit de boxen Que si, que no, van Jody Bernal. Het was dé zomerhit van dat jaar en ik wist dat dit jaar zo belangrijk was dat ook de zomerhit ertoe deed. Ik kon er misschien een keer indruk mee te maken op mijn kersverse klasgenoten of desnoods een spaarzame TMF-kijkende docent. Maar zover was het nog niet. Zelden telde ik de dagen van de zomervakantie af. Nu wel. Ik maakte me honderd of meer voorstellingen van de school, de klas, de docenten – meervoud! – en het grote sportveld waarover mijn nieuwe school scheen te beschikken. Ik raakte steeds meer onder de indrukken van mijn groeiende verzameling beelden en besloot op een dag in augustus dat het de hoogste tijd werd om in actie te komen. Samen met mijn moeder zette ik me op de eerste van vier roltrappen, op weg naar de V&D-campus.

Ik kocht een agenda van Mister Bean, die ruim voordat ik er spijt van kon krijgen helemaal vol stond met giechelige berichtjes van populaire klasgenotes en een verdwaalde opmerking van een klasgenoot over hoe slecht PSV wel niet was. Toen ik hem kocht vond ik de agenda geweldig, net als de PSV-etui, het kaftpapier van TMF en de grijze schriften van Oxbow – daar had mijn broer een zwembroek van. Al het andere wat in het mandje lag vond ik stukken minder. Ik mocht niet alleen maar merkspullen van mijn moeder. Dat ze mee was gegaan had daar ongetwijfeld iets mee te maken, al was het ook gewoon gezellig, zo, samen.

Thuis deed mijn moeder voor hoe je boeken kaftte. Ik keek dromerig naar een aantal knap lastige vouwen en zag mezelf in gedachten mijn schooltas uitpakken: ‘Wat hebben we dit uur? Aardrijkskunde? Kijk, dat is dit boek, met dat mooie rode kaftpapier, van TMF. Kijk, hier heb je het logo.’ In mijn gedachten stond op al mijn pakpapier het TMF-logo. vier keer vroeg ik of mijn moeder nog één keer kon voordoen hoe je boeken kaftte; dat het zonde was als ik niet goed voorbereid aan de slag ging. Mijn moeder stemde hier driemaal mee in en doorzag na mijn vierde poging mijn bedoelingen, waarop ik de laatste (10?) boeken zelf kaftte. Dit werd geen succes: de boeken zagen er algauw niet meer uit als boeken en ik verspilde zoveel TMF-papier, dat mijn aardrijkskundeboek uiteindelijk het enige pronkstuk in mijn schooltas zou worden – oké, naast mijn PSV-etui en wat er overbleef van mijn drie Oxbowschriften.

Nu, veertien jaar later, weet ik niet wat de zomerhit is – Salsa Tequilla? Fireball? – net zomin als ik weet hoe mijn moeder en ik aan de keukentafel mijn boeken kaftten. TMF is verdreven naar de afdeling nostalgie en mijn shirts, etuis, schriften en bekers van PSV bevinden zich in een schemergebied tussen bewaren en weggooien. Alles is veranderd. En dat in maar veertien jaar. Alles.

Op de V&D-campus na.

Na een jaar aanrommelen met halfgevulde etuis, collegeblokken waarin op een aantal willekeurig gekozen bladzijden aantekeningen staan van colleges die het maken van aantekeningen waard waren, een multomap zonder ringen – wel handig, hoef je niet te perforeren – en potloden zo klein als vingernagels vond ik het vorige week tijd worden voor een grondige kantoorbenodigdhedenmake-over.

De V&D-campus bevond zich op de vierde verdieping. Vier roltrappen. Ditmaal was ik alleen. Ik vulde mijn mandje met merkloze spullen. Bladerend in de Mister Beanagenda viel mijn blik op een moeder en een meisje, haar dochter, een jaar of twaalf, ongetwijfeld op weg naar de brugklas. De één keek naar stevig kaftpapier, rood van kleur, de ander naar kaftpapier van One Direction. ‘Daar prik je zo doorheen’, hoorde ik de moeder zeggen. Haar dochter liet zich niet zo makkelijk van de wijs brengen. ‘Dan koop ik wel twee rollen, dan kan ik mijn boeken dubbel kaften.’ Ik zag hoe haar moeder met een verontschuldigende blik richting het rode kaftpapier haar schouders ophaalde. Op dat moment wist ik dat ik het veertien jaar geleden veel te vroeg had opgegeven. Gelukkig was er nog tijd. Ik had immers nog een etui nodig, een agenda en – waarom ook niet – een paar rollen kaftpapier. Ik laadde mijn mandje vol met Carsschriften en pakte alvast een nieuw mandje. Het zou een fijne middag gaan worden.