De zomervakantie, volgens doorgewinterde verjaardagsooms dé
reden om het onderwijs in te gaan, is in volle gang. Ik ben zes weken vrij. Zes
weken is lang genoeg om op vakantie te gaan, terug te komen en dan misschien
weer te gaan, als je nog geld en zin over hebt. Zo niet, dan kun je de tijd gebruiken
om weer eens een stukje te schrijven, voor iedereen die op het strand zijn met
zand doorzeefde boek zat is. Of voor de thuisblijvers, die de afleveringen van
De Slimste Mens kunnen dromen of graag eens wat anders voorbij zien komen dan
de zoveelste geïnstagramde klasgenoot met een huid waar (winter)maanden op
geteerd kan worden.
Over een paar weken, als ook die klasgenoten weer thuis
zijn, begint het nieuwe schooljaar. En in het nieuwe schooljaar is niet alleen
het schooljaar nieuw. Dezelfde klas is ineens een heel andere klas geworden,
met een andere gangmaker, andere studiebollen, nieuwe stelletjes; dezelfde
leraren doen ineens heel anders tegen je
en ook de mode is veranderd: je moet in korte tijd de vorig schooljaar
zorgvuldig weggeschoren zijkanten weer laten groeien. Ik vond het altijd
spannend, en nog steeds, het begin van een nieuw schooljaar. Ik ben altijd
benieuwd naar wat er nog over is van het vorige schooljaar en wat er, buiten
mijn invloed om, aangepakt is.
Op mijn middelbare school waren spijkerjacks erg populair,
totdat ze dat niet meer waren, na de zomervakantie van 2002. Ik had in die
zomervakantie net een heel mooi en duur spijkerjack gekocht, dat ik vervolgens alleen
op de eerste dag van het schooljaar droeg, nota bene de dag waarop de klassenfoto
genomen werd. Een paar jaar later droeg ik een GAP-trui. De GAP-truien waren
feitelijk al uit voordat je ze aan kon hebben. Het is vermoedelijk de kortst
lopende trend op school geweest, misschien samen met het antennekapsel: een in
een punt gegelde kuif, een in een schans gegelde mat en daartussenin een keurig
kortgeknipt oppervlak. Ik kan op dit moment geen bekend persoon met dit kapsel
verzinnen, behalve Jan Vennegoor of Hesselink, maar ik kan me niet voorstellen
dat we in de derde klas – of wanneer dan ook – op hem wilden lijken.
Het antennekapsel was voor even het vetste kapsel dat er
bestond. Het jaar daarna waren andere kapsels tof; het Beatlekapsel
bijvoorbeeld, waar ik een heleboel gebruikersnamen aan overgehouden heb. Wat
verder keigaaf (Brabant) of cool of vers of beter of top of de bom was,
verschilde per jaar en soms per maand of dag of uur. Het was de kunst om alle
trends bij te houden, wat voor mij niet alleen lastig maar ook absoluut
noodzakelijk was; niks erger dan een agenda kopen die bij iedereen al volgeschreven
en afgeragd in de kast staat. Dan kon er een streep door het schooljaar.
Om strepen door 2015-2016 te voorkomen, geef ik hierbij
alvast de belangrijkste do’s en don’ts voor het nieuwe schooljaar.
-Op tijd zijn is het nieuwe te laat komen. Wie te laat komt
heeft thuis aardige ouders of een lieve knuffelbeer.
-Meisjes dragen nog steeds boyfriendjeans. Jongens dragen
girlfriendpumps.
-De rolkoffer maakt zijn intrede op school. Geen gesjouw
meer met boeken en gymspullen. Je wandelt rustig door de gangen met je spullen
achter je aan, een beetje zoals op Schiphol.
-Mobiele telefoons kunnen echt niet meer. In ieder geval op
school niet. In ieder geval in de les niet. In ieder geval bij mij in de les mij
niet. Bij mij op je mobiel is als witte sokken in sandalen.
-Tandems. Minder fietsen in de stalling, minder geploeter op
de fiets. En bovenal een weergaloze entree op het schoolplein.
-Kaften is het helemaal. Als je kaftpapier over hebt, kaft
dan ook je agenda, je leesboeken, je bureau, je zusje.
-De lerarenkamer wordt voor iedereen dé ontmoetingsplek op
school. Een dag niet in de lerarenkamer geweest is een dag niet naar school
geweest. De laatste roddels over wie met wie en waar hoor je in de
lerarenkamer. Mentoren zijn vaak het best ingelicht.
-Engelse woorden als chill, awkward en checken zijn uit. Je
hoort vanaf nu de Nederlandse equivalenten te gebruiken. Dus: een kille klas,
een hoogst ongemakkelijke situatie en controleer
je later. Yolo is ook Engels en dus ook fout. Zeg liever jlmek (als het je
lukt).
-Do’s en don’ts zijn zó 13 augustus 2015. Kan eigenlijk nu
al niet meer. Je mag alles vergeten.