Een maand
lang niets geschreven. Vanaf het moment dat ik een blog ging bijhouden is dat
niet voorgekomen. Het is een record waar ik niet trots op ben. Normaal
gesproken schrijf ik bijna elke dag wel iets. De helft of meer verdwijnt nog
voor ik het teruggelezen heb in de prullenbak, maar toch, schrijven is fijn en
schrijven bewijst voor mij of aan mij dat ik de boel nog een beetje op de rit heb.
Er zitten nog gaten in mijn planning, uren of soms zelfs dagen zonder
bestemming. De laatste weken zat mijn planning muurvast en bovenop de muur
stapelden zich stenen op die me dingen geboden als ‘schoonmaken’, ‘dozen
uitpakken’, ‘toetsen nakijken’, ‘mondelingen inplannen’ en ‘contact opnemen met
de huiseigenaar’. Als ik de andere kant op keek werd achter mijn rug de muur
hoger en hoger.
Er moest dus
iets gebeuren. Ik moest in actie gekomen. In plaats van lijdzaam toe te zien
hoe ik steeds verder achter zou gaan lopen op mijn eigen planning, moest ik
deze bij de kladden – hebben planningen die ook? – vatten en de achterstand zo
snel mogelijk wegwerken. Het strijdplan diende zich gisteravond, na het eten,
aan. Ineens wist ik het: er moest een dag bij. Er moest een achtste dag komen.
Achterdag. Voor iedereen met achterstanden.
Vandaag is de
eerste achterdag. Mijn plannen voor vandaag zijn:
-een nieuwe
agenda kopen, één met acht dagen in de week;
-op internet
kijken wanneer het grof vuil wordt opgehaald;
-KPN bellen
wanneer internet aangesloten wordt;
-mijn broer
bellen om te vragen naar het nummer van KPN;
-de
aangeschafte boxen ruilen voor boxen die het doen;
-leuke
lessen voorbereiden;
-oké, lessen
voorbereiden;
-lampen
ophangen;
-mijn vader
bellen om te vragen hoe je lampen moet ophangen;
-leerlingen
mailen om daarmee de uitgevallen lessen (hopelijk) te compenseren;
-nadenken
over de toekomst van het onderwijs – waren mijn laatste lessen zoveel beter dan
mijn laatste mails?
-boodschappen
doen zonder briefje;
-boodschappen
doen met briefje;
-een loempia
kopen;
-nog een
loempia kopen;
-zouden ze
ook bevroren loempia’s verkopen?
-een
frituurpan kopen;
-een stukje
schrijven.
Voor
volgende week achterdag heb ik nog geen plannen. Dat komt vast nog wel. Alles
waar ik de komende dagen niet aan toe kom doe ik volgende week achterdag.
Misschien komt er ’s avonds nog wat leuks op tv. Of misschien komt er wel
iemand langs. Komt u langs, volgende week achterdag? Zou ik gezellig vinden.