zaterdag 19 april 2014

... heb ik grootse plannen.

Toen ik in de bovenbouw zat, had ik elke dag ckv. Ik had gekozen voor het profiel cultuur en maatschappij en daarmee gekozen voor ckv1, ckv2 en ckv3.

Ckv1, het inleidende vak over kunstgeschiedenis, volgde iedereen. Je leerde stromingen kennen en in de door ons op stelten gezette schouwburg herkennen. Mijn ckv-verslagen waren combinaties tussen dat wat we met zijn allen maar raar vonden en dat(zelfde) wat ik eigenlijk best wel mooi vond. Wat we bij ckv2 deden ben ik vergeten. Ik kan me herinneren dat ik een keer een fotocollage maakte met foto’s van mijn toenmalige vriendinnetje, mijn hond en mij, gehuld in gevangeniskostuums. Misschien was dat een opdracht voor ckv2. Van ckv3 kan ik me wel nog veel herinneren. Dit was een praktijkvak. Je mocht kiezen tussen beeldende vorming, muziek en drama. Ik koos voor drama. Variërende ervaringen en rollen als paus, meneer Biedermann en de stille jongen uit The Breakfast Club waren het gevolg. Op de laatste rol kreeg ik de meeste positieve reacties: ‘Is hij in het echt ook zo’n nerd?’ en ‘Hij was het geloofwaardigst, omdat hij het minste zei.’ Ik heb zelden iets gedaan wat ik enger vond dan spelen in deze drama-uitvoeringen.

Inmiddels zijn de ingrediënten van de drie ckv’s verdeeld over bestaande en nieuwe vakken. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet precies weet waar alles in opgegaan is. Wel hoor ik af en toe geluiden over het vak kunstgeschiedenis en zie en hoor ik regelmatig, tot mijn plezier, flarden muziek, beeldende vorming en drama voorbijkomen. 

Zo stonden er in maart zes uitvoeringen van de spelgroep gepland. In het ensemble van de spelgroep drumde een mentorleerling; daardoor wist ik ervan. De spelgroep bestaat uit leerlingen uit de eerste tot en met de zesde klas. Dat kan, bij ons op school. Op mijn eigen middelbare school waren leerlingen uit de hogere klassen onbereikbaar en vele jaren ouder dan wij dan ze in werkelijkheid ouder dan wij waren. Een samenwerking was niet bespreekbaar, hooguit voor geld of spullen. Op mijn huidige school is dat anders: in de spelgroep is iedereen voor even even oud. En even belangrijk. Zo kreeg mijn drummende mentorleerling op de valreep nog een paar regels welverdiende tekst en een vriendinnetje uit de derde klas. Dat moest ik zien.

De voorstelling die gespeeld werd was Het Temmen van de Feeks, van Shakespeare; over een onhandelbare vrouw en allemaal uitgekookte potentiële minnaars. Het duurde even voordat ik in de gaten kreeg dat alle mannenrollen door meisjes werden gespeeld en alle vrouwenrollen door jongens. Er werd met heel veel enthousiasme en lef gespeeld. Vol bewondering keek ik naar de spelers, in het bijzonder naar de feeks. Deze werd gespeeld door een jongen die ik later die avond kende van gezicht. Hij was een weergaloze feeks. Ik heb één keer een vrouw durven spelen in een stuk, maar daar hield ik op school wijselijk mijn mond over. Deze leerlingen hielden niet (wijselijk?) hun mond, maar gebruikten hem om uit alle kracht te kreunen, schreeuwen, te spugen en te zingen. Ik heb in tijden niet zo’n overtuigend stuk gezien.  

Een week later was ik op een andere montessorischool, een montessoribasisschool deze keer. De aula was omgetoverd tot een ware theaterzaal, met een rij bankjes voor de opgewonden bezoekers en een decor bestaande uit ziekenhuisbedden en een mobile waaraan het infuus verbonden was. Een vriendin speelde in deze kindervoorstelling, getiteld ‘Ziek’. Ze had haar pyjama al aan. Ik zat op een grotemensenstoel en zag onder me de onderbouwleerlingen zich verspreiden over de banken. Degenen die het eng vonden, mochten naast de juf gaan zitten. Het stuk begon en de zaal was muisstil. Pas toen de dokter zijn patiënt kwijt was, werd er geroepen: ‘Daar! Achter je!’ Wanneer de dokter zich omdraaide, was de patiënt er net vandoor. Toen het stuk was afgelopen, klonk er luid applaus. Voor me hoorde ik een jongetje tegen de juf zeggen: ‘Ik wil ook naar het ziekenhuis. Mag dat?’ 'Misschien', antwoordde de juf beduusd.

Ja, ik weet het zeker: als ik nog een keer de kans krijg, dan word ik, naast docent Nederlands, dramadocent, leider van de spelgroep of een acteur in ‘Ziek 2’. Hopelijk komt het jongetje dan weer kijken.

Wordt vervolgd...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten